Ondergrondse opnames
Steenkolenmijn in Valkenburg en liftscènes bij het Nederlands Mijnmuseum

Koempels aan het boeteren: boeteren betekent in mijnwerkerstaal simpelweg eetpauze, de koempel had dan 15 minuten pauze om een boterham te eten en wat te drinken.
Met de teller op 30 draaidagen tijdens de jaarwisseling van '22 naar '23 was het eind maart - na een winterstop van 3,5 maand - tijd voor de eerste draaidagen. Die winterstop was niet zozeer vanwege de winter zelf, maar omdat Imelda en Maarten in die periode hun aandacht hadden verlegd naar hun pasgeboren zoontje Lio. Ruim een maand later stonden dan eindelijk de langverwachte ondergrondse scènes op de planning. Eerst een verschrikkelijk koude dag in het gigantische badlokaal van de steenkolenmijn in Beringen (hulde aan de acteurs en figuranten die daar met blote billen hebben gestaan!). Aansluitend werden de liftscènes opgenomen bij het Nederlands Mijnmuseum en een week later heeft het team van Stoffig Licht tientallen kilometers afgelegd in de gangen van de Steenkolenmijn in Valkenburg, waar zij ruimhartig werden ontvangen door de heer Caselli en zijn collega’s.

